Communiceren met je zintuigen

Onze zintuigen spelen een belangrijke rol in de communicatie. Communicatie start met zintuigelijk waarnemen.image

Je ziet iets, je hoort iets, je voelt iets, je ruikt of proeft iets en je reageert.

Op basis van datgene wat we met onze zintuigen hebben waargenomen, maken we een interne voorstelling, een gedachtepatroon.

Deze interne voorstelling is niet gelijk aan de werkelijke ervaring, omdat we door de werking van filters zaken weglaten, vervormen en generaliseren.

In het communiceren met de ander doen we niets anders dan onze interne voorstelling naar buiten brengen. Met andere woorden we representeren de interne informatie. Hierbij gebruiken we weer dezelfde zintuigen die ons geholpen hebben om de interne voorstelling te maken.

Dus als er in de interne voorstelling veel zie- elementen zijn opgeslagen, worden er ook zie elementen benadrukt. Als voelen je voorkeur is, dan komt informatie ook weer via het voelen naar buiten.

De verschillende manieren waarop we informatie kunnen waarnemen, verwerken, opslaan en opnieuw kunnen presenteren worden de representatiesystemen genoemd.

Deze zijn: 

Visueel: het zien

Auditief: het horen

Kinesthetisch: het voelen

En ook het proeven, ruiken en het rationele

Iedereen heeft alle zintuigen in zich en vaak blijkt dat mensen een voorkeur meer en vaker gebruiken dan de andere. Om succesvol te zijn in je communicatie is het belangrijk om flexibel te zijn in alle voorkeuren en dit gemakkelijk af te wisselen

Binnen de financiële sector lopen veel mensen rond, die een voorkeur hebben voor rationele zaken; feitenkennis. Toch is het rationele iets dat aangeleerd is. Hieronder schuilen de andere zintuigen.

Waar ligt dan de voorkeur van jezelf en waar ligt die van de ander.

Anthony Robbins heeft een mooie omschrijving  gegeven in zijn boek "Je ongekende vermogens", waarin de verschillende voorkeuren naar voren komen in de verschillende beschrijvingen van een en hetzelfde huis.

Daarnaast nog een aantal overige algemeenheden, waarbij we ons concentreren op het zien/ horen/ voelen en het feitelijke, omdat dit de zintuigen zijn, die het meest prominent zijn:

Visueel :

Mensen die voornamelijk visueel zijn ingesteld staan of zitten vaak met opgeheven hoofd of lichaam.

Zij ademen vanuit het bovenste deel van hun longen.

Zij onthouden door het zien van beelden en zijn vaak minder snel afgeleid door lawaai.

Op gehoor ingestelde mensen:

Mensen, die op gehoor ingesteld zijn, ademen veelal uit het midden van de borstkas.

Doorgaans praten ze wat meer in zichzelf dan gemiddeld en worden gemakkelijk afgeleid door lawaai.

Zij kunnen je woorden gemakkelijk herhalen, leren door te luisteren en kunnen tevens sterk reageren op de toon waarop iets gezegd is.

Voelen

Mensen, die  gevoelsmatig zijn ingesteld hebben vaak een lagere ademhaling.

Vaak bewegen en spreken ze langzamer dan de mensen die visueel of gehoorsmatig zijn ingesteld. Ze zijn gevoelig voor aanrakingen. Soms bereik je ze pas door aanraking.

Je zult hun vaker dan gemiddeld horen zeggen, dat iets goed aanvoelt.

Rationeel/ feitelijk

Het vasthouden aan feiten danwel dit belangrijk vinden is een aangeleerd systeem; de mensen waarbij het rationele dominant is hebben ook eigenschappen van andere voorkeurszintuigen.

Je zult hun vaak horen zeggen dat iets logisch in elkaar zit.

Woorden en uitdrukkingen, die op specifieke representatiesystemen wijzen:

Zien

Horen

Voelen

Ja dat zie ik

Vertel me eens

Dat voelt als

Focussen

Ik hoor dat

Maakte indruk

Globaal plaatje

Klinkt als

Steunend

Dingen ophelderen

Luisteren

Stevig

Illustratief

Laten we praten

Ondersteunend

Gezichtspunt

Heb ik wel oren naar

Het hoofd buigend

Laat maar zien

Je zegt dus

Hard

Het ziet ernaar uit

Dialoog

Zacht

Nieuw perspectief

Gaat een belletje rinkelen

Vat op krijgen

Visie

Bespreken

In de hand hebben

Terugkijkend

Toon

Vooruitlopend

Door je op de woorden van de ander te concentreren, kun je erachter komen waar zijn/ haar voorkeur ligt.

Tip: Bij het benoemen van zaken is het verstandig om woorden vanuit alle verschillende zintuigen mee te nemen. Het helpt om mensen mee te krijgen voor een idee/ voorstel.

Dus als je zegt: wie ziet dit zitten, wie voelt er iets voor, wie heeft er over naar en wie denkt dat dit feitelijk kan helpen? Dan zeg je 4x hetzelfde en zul je mensen vanuit de verschillende voorkeurszintuigen aanspreken.

Bijvoorbeeld als je projectleider business bent en je bent in de positie om de business mensen te overtuigen van het ICT deel, deel in dit geval niet enkel feitelijkheden, maar maak ook een mooi powerpoint plaatje van datgene waarover een beslissing genomen moet worden, licht je voorstel mondeling toe.

Realiseer je dat door het inschakelen van meerdere zintuigen, je meerdere mensen weet te bereiken.

Dit mechanisme gaat ook in werking als je bij een klant een offerte bespreekt. Door te bespreken en eventueel zaken nog op een andere manier visueel te maken, heb je meer kans op acceptatie dan bij enkel toesturen.

Als je merkt dat je manager op feiten is ingesteld, wees dan voorzichtig met het starten met : ik voel dit en ik voel dat. Hij/ zij zal niet weten wat je ermee bedoelt.